27-11-2023

‘Wij kiezen voor wat écht belangrijk is: aandacht’

Lees het interview met bestuurders Jody Cath en Bertine van Winkel, over hoe SWZ zorg zoekt naar manieren om toekomstbestendige zorg te blijven leveren en cliënten kwaliteit van leven te bieden.

Wie even stilstaat bij de ontwikkelingen in de zorg, kan niet anders dan constateren dat we als samenleving voor een gigantische uitdaging staan. Toch laten Bertine van Winkel en Jody Cath van de Raad van Bestuur de moed niet zakken. “Opgeven is geen optie. Alleen als we fundamenteel andere keuzes durven maken, kunnen we onze cliënten kwaliteit van leven blijven bieden. Wij kiezen voor wat écht belangrijk is: aandacht van mens tot mens.”

Er pakken zich donkere wolken samen boven de zorg in Nederland. Meer mensen worden ouder en hun zorgvraag wordt zwaarder, terwijl er steeds minder zorgprofessionals beschikbaar zijn. De kosten voor zorgorganisaties blijven oplopen (denk aan de bouw- en energiekosten, inflatie, inhuur van zzp’ers en de loonstijgingen), terwijl de financiële bijdragen van de overheid juist dalen. Op die scheef hangende weegschaal zoekt de raad van bestuur van SWZ zorg naar manieren om toekomstbestendige zorg te blijven leveren en cliënten kwaliteit van leven te bieden.

Jullie stellen dat de zorg fundamenteel moet veranderen. Is het echt zo erg?

Jody: “In de gesprekken die ik hierover voer met collega’s, cliënten en familieleden, zegt eigenlijk iedereen: we wisten dat dit moment eraan kwam. De vergrijzing kan niemand verrassen, het groeiende tekort aan zorgcollega’s speelt ook al jaren. Ook de budgetten knellen elk jaar meer. Vijf van de zes zorginstellingen komen vanaf 2025-2026 in de rode cijfers als ze zo doorgaan, de helft krijgt voor 2030 betalingsproblemen. Als je die feiten op een rij zet, kun je niet meer wegkijken. Er móet een oplossing komen: we kunnen onze cliënten niet in de kou laten staan.”

Hoe houden jullie ondanks deze donkere wolken de moed erin?

Bertine: “Dat is heel simpel: door de liefde voor onze cliënten. Toen ik vorig jaar lid werd van de raad van bestuur, wist ik dat het niet makkelijk zou worden. Maar ik wil gewoon dat we er kunnen blijven zijn voor de mensen die het meest kwetsbaar zijn. Ik ben ervan overtuigd dat we hier met collega’s, cliënten en hun netwerk een goede draai aan kunnen geven. Dat ik daar zo in geloof, is omdat wij bij SWZ zorg zeggenschap zo laag mogelijk in de organisatie leggen. Dat zet mensen in hun kracht. We doen dit samen.”

Jody: “Ik had hier een mooi gesprek over met een collega. Mensen die in de zorg werken, hebben een groot hart. Ze geven vaak meer dan van ze wordt gevraagd, omdat ze de lat voor zichzelf heel hoog leggen. Maar wat gebeurt er als we cliënten laten bepalen waar die lat moet liggen? Deze collega vertelde over een oudere bewoner die aangaf dat hij echt niet meer elke dag naar de houtbewerking hoefde. Hij was volmaakt tevreden als hij elke dag even een praatje met iemand kon maken, verder vond hij het wel gezegend. Zulke gesprekken zetten je aan het denken: veel mensen gaan elke dag naar de dagbesteding, maar wat vinden ze daar eigenlijk van? Zo zijn er meer vanzelfsprekendheden die we ter discussie mogen stellen.”

Wat betekent dat voor jullie persoonlijk, kwaliteit van leven?

Bertine: “Ik ben het meest gelukkig als ik na een drukke dag zit te eten met mijn gezin en iedereen vertelt wat hij heeft meegemaakt. Ik heb twee jonge kinderen, die heel anders naar de dingen kijken dan ik. Zij maken alles zoveel simpeler. Dat vind ik heerlijk.”

Jody: “Met een Indische vader draait geluk voor mij ook om samen eten. Gewoon, mensen ontmoeten en luisteren naar hun verhalen – meer heb ik niet nodig. Ik geniet ook enorm als ik onze nieuwe tuinmensen buiten bezig zie. Dan denk ik: doe mij ook een hark. Geluk is eigenlijk heel eenvoudig.”

Waar halen we straks het geld en de mensen vandaan om onze cliënten kwaliteit van leven te bieden?

Bertine: “In de zorg proberen we al jaren hetzelfde te doen met steeds minder mensen, die rek is er inmiddels wel uit. We zullen nu moeten kiezen: wat is echt belangrijk? Die vraag moeten we als eerste aan onze cliënten stellen: wat is voor hen kwaliteit van leven? Vervolgens bespreken we met hen wat zij zelf kunnen, wat de familie kan betekenen en waar technologie iets kan toevoegen. Pas daarna komen onze zorgcollega’s in beeld. Als organisatie moeten wij ervoor zorgen dat onze vakmensen hun schaarse tijd kunnen besteden aan wat echt belangrijk is en wat niemand anders kan doen.”

Jody: “In mijn presentaties over dit onderwerp laat ik altijd een serie foto’s zien van ons werk. Als je de gezichten van collega’s en bewoners ziet, voel je direct: hier gaat het om. Wij hebben fantastisch werk, wij voegen iets toe aan het leven van mensen met een beperking. Dát is onze kracht. Dus daar moet onze tijd en geld naartoe.”

Welke dingen laten we daarvoor vallen?

Bertine: “Het betekent dat wij als bestuurders meer lef gaan tonen, bijvoorbeeld richting gemeentes. Als wij iemand maar drie uur per maand zorg leveren, houden we daar geen uitgebreide verantwoording meer voor bij – zonde van de tijd. Ook in de ondersteuning maken we scherpere keuzes, die de zorg ontlasten. Zo zoekt onze adviseur Zorgtechnologie naar technische oplossingen die de zorgcollega’s tijd besparen; denk aan spraakgestuurd rapporteren.”

Jody: “Uit onderzoek blijkt dat we 80% van de administratieve last aan onszelf opleggen; we denken dat het moet, maar vaak is dat helemaal niet zo! Daar kijk ik tegenwoordig dus extra kritisch naar. Ook tegen onze zorgverzekeraars spreek ik me uit: wij leggen voortaan nog maar op één manier verantwoording aan ze af, we administreren niet meer voor iedere verzekeraar apart. Het was best spannend om dat zo stellig te zeggen, want de kortingen en boetes kunnen hoog zijn. Maar zij snappen ook dat dit anders moet.”

Verwachten jullie ook dat de samenwerking met familie en naasten verandert?

Jody: “Zeker, we gaan veel meer samen optrekken. Ik ben ervan overtuigd dat dit de kwaliteit van leven verbetert; familieleden zijn de enige echt constante factor in het leven van bewoners. Vlak na de verhuizing hebben zij vaak even tijd nodig om tot rust te komen, maar als ze daarna weer iets willen betekenen, is dat alleen maar hartstikke fijn. Zo komt een moeder van een bewoner haar zoon weer eens per week zelf op bed leggen. Toen hij nog thuis woonde, was dat het mooiste moment van haar dag. Waarom zouden we haar zoiets ontnemen? Er zijn ook ouders die elke week komen koken, of die andere bewoners meenemen als ze met hun eigen kind gaan wandelen. Weer anderen snoeien de heg. Die extra handen zijn ontzettend welkom.”

Móeten familie en naasten straks bijspringen in de zorg?

Bertine: “Niks moet, maar we gaan wel actiever op zoek naar mogelijkheden. Als cliënten geen ouders meer hebben, zijn er misschien wel andere betekenisvolle relaties die we in stand kunnen houden. Broers en zussen worden door ouders soms uit de wind gehouden – vaak met de beste intenties – terwijl ze graag iets willen betekenen. Maar nogmaals: niets moet. Elke familie is anders, het is maatwerk.”

Jody: “Laten we ook onze vrijwilligers niet vergeten! Zij zijn van onschatbare waarde voor bewoners, maar ook voor ouders – vooral als ze op leeftijd zijn. Het is een hele geruststelling om te weten dat andere lieve mensen voor jouw kind zorgen als jij er niet meer bent.”

Goh, misschien valt de toekomst straks wel gunstiger uit dan we nu denken.

Jody: “Vergis je niet, er leven grote zorgen onder collega’s, cliënten en familieleden – laten we het niet mooier maken dan het is. Hun emoties zijn begrijpelijk, het is belangrijk dat we daar oog voor hebben. Maar ik merk tegelijkertijd dat de jongere generatie anders naar de toekomst kijkt; voor mijn jongste dochter is het helemaal geen gekke gedachte dat wij later bij haar intrekken als we hulpbehoevend worden. Dat vond ik een aangename verrassing.”

Bertine: “Misschien is dit inderdaad een periode van herbezinning en gaan we ons in Nederland weer wat meer om elkaar bekommeren. In andere landen is het nog steeds heel normaal dat families voor elkaar zorgen. Maar ik deel ook de zorgen hoor. Neem mijn eigen moeder toen ze 60 was: zij had een baan en een eigen huishouden, maar ze zorgde ook voor mijn oma én paste op mijn kinderen. Dan wordt de kans op overbelasting wel heel groot.”

Jody: “Cruijff zei het al: ‘Soms moet er iets gebeuren, voordat er iets gebeurt’. Veel mensen vroegen zich tijdens de coronalockdowns af: wat voegt mijn werk eigenlijk toe? Er zijn in de loop der jaren zoveel banen bijgekomen, maar met welke bedoeling? Al die consultants van nu hadden we vroeger niet hoor. Zorgen voor een ander is ontzettend zinvol, misschien gaan we dat nu meer waarderen.”

Wil je meer weten?

Neem dan contact met ons op. We helpen je graag verder. We zijn bereikbaar tussen 08.30 – 17.00 uur.